Op 23 januari 2025 was er een feestelijke vergadering van OGV. We konden het afscheid van de voorzitter Herman Baert niet zomaar laten passeren. De leden van de OGV waren talrijk aanwezig om Herman te danken voor zijn inzet als voorzitter de afgelopen jaren. Met de nodige luister werd ‘de voorzittershamer ‘ doorgegeven van Herman Baert aan Annie Steen die de nieuwe voorzitter wordt.
Annie Steen stelde zich kort voor en met een applaus kon zij het voorzitterschap opnemen. Marcel De Prins dankte Herman Baert met een mooie afspiegeling van de ijver, de inzet en de talenten van Herman. Koen Neyens had een gedicht gepleegd voor Herman. Daarna werd Herman in de bloemetjes gezet en mocht hij een kunstwerk krijgen van de fotokunstenaar Khaled Juratli.
Het feest werd ingekleed met Syrische muziek van Mohamad Jamil. Yvette Van Malleghem bracht een passend gedicht “De Worstelaar” uit “Nee-land” van Nick Balthazar… En last but not least, nam Herman afscheid met enkele bespiegelingen die bleven hangen.
Het glas werd geheven en met gezellige babbels en lekkere hapjes gemaakt door Jangeman, Sherin en Walter Vandenbempt werd de afscheidsavond gezellig afgesloten. Het ga je goed Herman!

VOORSTELLING DOOR ANNIE STEEN: WIE BEN IK EN WAT DRIJFT MIJ?
Ik ben Annie en 61 jaar. Ik woon ongeveer 17 jaar in Herent.
Ik heb meer ruimte gekregen in mijn leven waardoor ik graag een engagement opneem.
Mijn sociaal activisme is een rode leidraad in mijn leven. Ik heb in Brussel gewerkt met kansarmen en mensen met een beperking. Ik ben stafmedewerker geweest in RISO waarbij ik vooral ondersteuning heb geboden aan OCMW ’s in Vlaams Brabant om projecten op te starten in de gemeente rond leefbaarheid met participatie van achtergestelde groepen. Heb onderzoek gedaan naar participatie van de doelgroep, buurtwerken gecoacht enz. Ik heb een lange staat van dienst in het ABVV/ de Algemene Centrale waarbij ik o.a. syndicale vorming heb gegeven aan arbeiders, gewerkt rond communicatie binnen een personeelsdienst en vorming voor het personeel.
Ik ben sinds enige tijd buddy en heb al wat meegedacht in de onthaalgroep.
Ik ben verontrust door de vluchtelingen problematiek en verharding hierrond. Ik ervaar het als mijn opdracht om als mens deze mensen te helpen. Om een warm onthaal te bieden en te helpen bij het opbouwen van een nieuw leven met veel hindernissen. Ik ben een pleitbezorger om ieder mens haar of zijn talenten te belichten, naar boven te brengen. De mens niet te bevoogden maar te ontvoogden. De mens in zijn bestaansrecht te (h)erkennen. Laat de vluchteling niet vluchteling zijn maar een mens onder de mensen die het basisrecht heeft op geluk, huisvesting, werk en een menswaardig inkomen. Laten we naar hen luisteren en laat ze participeren in onze maatschappij, in onze werking van de OGV.
Ik vind het geweldig wat de onthaalgroep verwezenlijkt met een beperkte groep van vrijwilligers. Het maakt mij ook warm dat er toch burgers bestaan die willen werken aan een solidaire samenleving waar iedereen welkom is . Het maakt me blij om hiervan deel te mogen uitmaken. Het biedt mij ook troost om te weten dat we toch nog een steentje kunnen verleggen in deze kille rechtse maatschappij.
Ik denk dat ik vanuit mijn ervaringen de tools heb om de taak van voorzitter op mij te nemen. Een goeie voorzitter wordt gevormd door een goede samenwerking van de groep. Een voorzitter faciliteert wat er is. En er is heel veel. Ik kijk ook uit naar de samenwerking met het nieuwe gemeentebestuur en hoop dat zij ook werkelijk een steentje zullen bijdragen aan een warm en beter onthaal voor de vluchtelingen.
Het zal echter niet makkelijk zijn om Herman op te volgen . Zijn humor, accuraatheid en helderheid zal ik proberen mee te nemen. Ik spring in het bad!
Ik kijk er naar uit om ieder persoonlijk te ontmoeten en aan de slag te gaan met jullie.
Bedankt, Annie

DANKWOORD DOOR MARCEL DE PRINS
Beste Herman,
Ik ken je al van vóór je actief werd in Onthaalgroep Vluchtelingen Herent, de OGV. Mijn lief, Lieve, en ik studeerden Sociale Pedagogiek aan de KU Leuven zoals jij, maar jij zat een jaar voor ons. Lieve kende jou al, jij was KSA-leider in de gouw Oost-Vlaanderen; zij was diocesane leidster in VKSJ Mechelen-Brussel. Met de KSA heb je reeds eind december 1969 een map uitgegeven: Toespraak en gespreksvormen voor grote groepen. Dat je niet alleen de theorie kende, maar ook de praktijk stevig beheerste, dat wisten we ook vele jaren later. Het was de reden waarom Tuur Vanempten en ik je kwamen vragen om moderator te zijn van het debat voor de gemeenteraadsverkiezingen in 2018. Je deed dat schitterend en zo was je reputatie gevestigd in Herent.
Begin 2019 vroeg de toenmalige voorzitter van de Werkgroep vluchtelingen Herent Koen Neyens jou om interne voorzitter te worden van onze vergaderingen. Jij noemde jezelf ‘gespreksleider’. Koen zou externe vertegenwoordiger van de werkgroep blijven. De Werkgroep Vluchtelingen Herent was een werkgroep in het kader van de GROSH ontstaan in 2015 met de stijging van het grote aantal vluchtelingen, voornamelijk uit Syrië. De Werkgroep kon daarbij voortbouwen op de ervaringen van voorlopers, getrokken door Leni en Jan, Tuur en Yvette en Chris Gielens, de voorzitster van het OCMW.
Jij werd dus interne gespreksleider begin 2019. Maar reeds eind december van dat zelfde jaar stond er in het verslag dat het ontwerp van de voorzitter aanvaard werd, en die voorzitter was jij.
- Meerdere keren stelde je jezelf voor als ‘nazitter’ niet als ‘voorzitter’. Je deed dat uit bescheidenheid, maar ook om duidelijk te maken dat jij in een groep terecht kwam waar de leden meer ervaring hadden in het werken met vluchtelingen dan jij. De problematiek van de vluchtelingen was je echter niet vreemd. Je schoonbroer is een gevluchte Ethiopiër. Je had niet veel tijd nodig om je in te werken. Met brio kon je al snel een inleiding geven in een grote vergadering over de Onthaalgroep Vluchtelingen en de problemen van de vluchtelingen. Ik spreek nu van ‘Onthaalgroep Vluchtelingen Herent’, niet meer van Werkgroep Vluchtelingen Herent. Die naamsverandering is er gekomen omdat Schepen Jan Schelstraete niet wou ingaan op een vraag vanuit de Werkgroep aan het Gemeentebestuur, omdat die vraag niet goedgekeurd was door de Algemene Vergadering. Dan heb jij voorgesteld: laat ons een feitelijke vereniging oprichten met de naam Onthaalgroep Vluchtelingen Herent die wel lid wou blijven van de GROSH maar een zelfstandig organisatie zou zijn, niet langer een werkgroep, en dus autonoom adviezen of vragen kon formuleren.
B. Je noemde je ‘gespreksleider’ en later ‘nazitter’. Maar je was wel echt een voorzitter. Je structureerde onze werking, je was onze vertegenwoordiger en je zorgde voor interne vorming.
1) Voor de structurering van de werking van de Onthaalgroep denk ik aan het vastleggen van een jaarkalender, een vast stramien voor de agenda, een format voor het verslag, de ledenlijst van de OGV en van de buddy’s, de Wegwijzer voor de buddy’s, de afsprakennota’s over de taakverdeling tussen vrijwilligers, buddy’s en maatschappelijk werkers, en over de taakverdeling tussen de partners van de VZW Huren voor Buren.
De vergaderuren werden beperkt van 19 uur 30 tot 21 uur 30. De eerste jaren kon je daar goed de hand aan houden. Later liepen de vergaderingen soms toch een beetje uit.
Je bleef de gespreksleider, wat je voorbeeldig deed. Je zorgde voor een duidelijke besluitvorming, meestal op basis van een voorstel dat je deed na het beluisteren van de verschillende standpunten of voorstellen.
- Je was de woordvoerder en onze vertegenwoordiger. Je nam bijvoorbeeld deel aan een werkgroep ter voorbereiding van het sociaal beleidsplan van de gemeente. Ik herinner me dat je in een bespreking over de Armoedebarometer erg gefrustreerd was nadat de schepen van Welzijn in een onderhoud gezegd had: “Als je het beter weet, stap dan zelf in de politiek.” Tuur zei me dat hij je toen echt boos heeft gezien.
Je zorgde ervoor dat er een folder over de OGV kwam en later ook een website en een folder van de VZW Huren voor Buren. Je ondersteunde de berichtgeving over onze activiteiten in het parochieblad, de Herentse Infokrant.
Je had oog voor de externe relaties van onze Onthaalgroep met het gemeentebestuur, OCMW, LOI, BCSD, de opvang van de Oekraïense vluchtelingen, Home Start, e.a..
Als gewaardeerde prof gaf je gezag en allure aan onze groep van vrijwilligers.
- Je had veel aandacht voor de verdeskundiging van ons als vrijwilligers. Zo werd af en toe informatie en vorming op de agenda gezet. Informatie over de psychosociale gevolgen van gedwongen migratie, over toeleiding naar de arbeidsmarkt; vorming door uitwisseling van ervaringen tussen de buddy’s van de OGV en van de Oekraïnewerking van de gemeente.
- Je was nazitter, toch voorzitter, maar ook achterzitter
Je zat achter ons om ons te stimuleren tot beslissingen en tot actie. Je controleerde regelmatig in de vergaderingen of de beslissingen uitgevoerd werden of wat de stand van zaken was.
- Je was vooral een tussenzitter of liever een medestander
Jij was geen voorzitter die te beroerd is om zelf de handen uit de mouwen te steken. De professor is van de berg, van boven in de Maleisenstraat, afgedaald om naar het Centrum te komen om tussen ons te zitten. Zo leerde je de (geëngageerde) burgers van Herent kennen. Je zat niet alleen tussen ons in de vergaderingen, je stond ook tussen ons in acties. Je werd een medestander. En dat is een groot compliment.
Als voorzitter heb je de werking vormelijk gestructureerd, maar je had ook een sterke inhoudelijke inbreng.
Die werden mede gevoed door je ervaringen als docent in de opleiding van maatschappelijk werkers en je wetenschappelijk onderzoek in de welzijnssector. (Ik denk ook door de ervaringen van je vrouw als hoofd van het CAW in de regio Leuven.) Zo keek je vanuit welzijnsoogpunt naar de psychosociale toestand van de vluchtelingen en hun maatschappelijke integratie, ook met taallessen en praatgroepen (de Theebabbel). Maar vooral de woonproblematiek en de toeleiding naar arbeid waren je grote interessepunten. Met enkele mensen vonden we dat, naast de aandacht voor de buddywerking, we toch ook de structurele problematiek niet mochten verwaarlozen. Toen stelde jij onmiddellijk voor om een concreet thema op Herents niveau aan te pakken. Dat werd de Herentse Woonzaak. Jij werd er de stimulerende kracht van. Een bevraging, een uitgebreide nota met een analyse van de Herentse woonsituatie, maar ook met 28 voorstellen voor een solidair en rechtvaardig woonbeleid in Herent, twee flyeracties en een forum ter gelegenheid van de gemeenteraadsverkiezingen waren het resultaat.
Je hielp zelf mee aan de uitwerking van initiatieven. Ik denk aan de jaarlijkse brunch rond de internationale dag voor de vluchtelingen (20 juni), de ondersteuning van de buddybijeenkomsten, het Noodfonds Gastvrije gemeente met steun aan vluchtelingen in bijzonder moeilijke situaties.
Je lag mee aan de oorsprong van verschillende initiatieven. Daar leerden wij je kennen als een pragmaticus. In de positieve zin van: Wat kunnen wij doen als plaatselijke groep? Sommigen van ons wilden soms wat verder gaan, maar jij keek met een realistische bril naar wat mogelijk was.
Wij konden het kabinet van de Staatssecretaris overtuigen om, in het kader van hervestiging en relocatie, concreet het Syrische vluchtelingengezin van Khalid Alafaat en Nashmia Alkhalifa en hun kinderen uit de ellende van het kamp op Lesbos te halen en naar België, naar Herent te laten komen. Je hebt onze bijzondere verantwoordelijkheid voor dit kwetsbare gezin steeds ter harte genomen.
De VZW Huren voor Buren werd opgericht vanuit de OGV. Wij zochten hoe het woningaanbod in Herent verruimd kon worden om meer betaalbare huurwoningen voor vluchtelingen te verkrijgen. Wij hebben wel gediscussieerd over de vraag of dit een opdracht is van een burgerinitiatief en niet eerder van de overheid. Maar gezien de grote nood zijn we ervoor gegaan. En jijzelf werd niet de juridische, maar toch de feitelijke voorzitter. De VZW heeft een heel snelle ontwikkeling gekend. Ook daar werkte jij gestructureerd, met statuten en afsprakennota’s.
Je antwoorden op mails aan het mailadres ‘onthaalvluchtelingenherent’ zijn niet te tellen. Je aanmoedigingen van leden, buddy’s, klussers, … in vergaderingen, acties en mailtjes deden deugd.
Herman, je kwam in onze groep als gespreksleider, je noemde jezelf nazitter, maar je was een echte voorzitter, soms ook een achterzitter, maar je werd, je was daardoor heen een medestander. Voor alles wat je deed met ons, voor en met de vluchtelingen in Herent, Herman, een grote en hartelijke dank.
Wij wensen jou een goede verhuis. Dat je in Leuven je thuis zal voelen en een gepast engagement zal vinden, daar twijfelen we niet aan. Het ga jou en Marleen heel goed.
Dank jullie wel voor jullie aandacht.

ODE AAN HERMAN DOOR KOEN NEYENS
O Herman
Jij moedigde ons steeds aan met
‘Medestanders’ of ‘Kompanen’
O Herman
Jij bracht vanaf 2019 meer structuur in onze gedreven bijeenkomsten, eerst als ‘gespreksleider’ of ‘moderator’, daarna voluit als voorzitter.
O Herman
Onder jouw deskundige leiding ontpopte de Werkgroep Vluchtelingen (sinds 2015 in de schoot van de GROSH) op 4 december 2019 van ‘Werkgroep Vluchtelingen Herent’ naar ‘Feitelijke Vereniging OGV’.
O Herman
Je loodste de werking met positiviteit door die gekke coronatijd, online en met respect voor de maatregelen, steeds enthousiast communicerend en ondertekenend met corona- en virusvrije groeten.
O Herman
De vluchtelingenwerking ontplooide onder jouw impulsen verder toen in de prille lentemaanden van 2021 vanuit de Werkgroep woonuitbreiding ook de vzw Huren voor buren werd opgericht.
Samen met het Noodfonds Gastvrij Herent stond de drievuldige werking rond vluchtelingen en nieuwkomers als een stevig en ruim gastvrij huis.
O Herman
Herman Baert
Voor geen kleintje vervaard
Steeds efficiënt vergaderd
Met warme en waarderende aard
O Herman
Jouw voorzittersrol ging consequent gepaard met de kunde van participatieve besluitvorming,
de kunst van het helder communiceren,
onderbouwd argumenteren.
O Herman
Met een Germaanse naam, die zoiets betekent als ‘held van het leger’ of ‘krijger’, kon je ons als groep vrijwilligers steeds aanmoedigen om samen de strijd aan te gaan voor een gastvrije gemeente.
Of in het Spaans, Hermano,
broer en vriend van ons allen.
O Herman
Onder jouw voorzitterschap konden duizend bloemen van solidariteit bloeien
met picknicks, woonzaken, buddies,… Ja, ook hier een kwestie van levenslang (jong)leren.
O Herman
Hier eindigt nu dit mooie chapiter
Herentse gastvrijheid werd wat favorieter
Grote Dank aan onze voorzitter
Jij blijft in de buurt, maar wordt nu een Koeienschieter
Een (de laatste tijd meer af- dan aanwezig) lid met veel waardering!
Koen

AFSCHEIDSWOORD DOOR HERMAN BAERT
Mevrouw de voorzitter (dat is nieuws!)
Beste OGV-ers,
Goede vrienden,
Toen ik jullie hartelijke uitnodiging ontving, kon ik mij niet inbeelden hoe ik me hier en nu zou voelen. Ik wil daar straks wel iets over zeggen. Maar de voorbereiding en de uitwerking die jullie aan dit gevarieerd programma hebben besteed, vroeg van mij om ook iets voor te bereiden. Ik wil jullie zodoende jullie minstens evenveel eer aan doen. Zie hier wat ik vooraf op papier zette.
Ik begin bij mezelf en bij de vluchteling.
Ik kies zelf om te verhuizen. Khalid, Nikhat, Kiros, Mohammed, Tatia, Noëlla, Medhin en vele anderen hadden geen keuze en moesten noodgedwongen verhuizen.
Ik kies een woning naar mijn smaak en budget. Voor de vluchteling wordt door anderen beslist of het een asielcentrum, een LOI of de straat wordt, met of zonder sociale uitkering.
Ik neem tijd om te verhuizen en ik selecteer uit ons hebben en houden, geef weg, gooi weg en houd zelfs dan nog veel, nog teveel, over. Zij, hij of het wanhopig kind, moeten dringend en quasi alles achterlaten.
Ik neem rustig afscheid en word bovendien gevierd. De vluchteling wordt gewantrouwd of zelfs verdacht en in het land van aankomst wordt het alles behalve een feest.
Over deze verschillen en de gapende kloof van ongelijkheid, over dit geluk en deze onrechtvaardigheid, kan nog veel meer worden gezegd. De prangende vraag luidt evenwel: hoe kan tussen mij – ook tussen elk van jullie als OGV-er – en de vluchtelingen die in Herent toekomen, een brug worden geslagen?
De persoonlijke ontmoeting
Mijn ervaringen leren mij dat persoonlijk contact een sleutel is om bruggen te slaan. Mekaar recht in de ogen kijken, mekaar letterlijk de hand geven, elkaar enigszins toelaten in de persoonlijke sfeer, met mekaar een verhaal delen, zijn zonder meer cruciale bouwstenen voor die bruggenbouw. Ik heb het mogen ervaren met mijn Indische en mijn Eritrese relaties en met de mensen in een kansarme buurt waar ik jaren actief was.
Ongetwijfeld hebben ook jullie de persoonlijke ontmoeting als cruciaal ervaren. Maar er is in de OGV meer dan die ervaring. Het zijn vooral jullie en niet zozeer ikzelf die met de vluchtelingen in onze gemeente een brug slaan, er zelfs een band mee smeden en weten hoe dat aan te pakken. Het zijn jullie die op het terrein concrete daden van hulp, zorg, warmte en solidariteit stellen. Dat deden en doen jullie spontaan en respectvol.
Om jullie vele inspanningen te ondersteunen en om te bemoedigen om telkens weer op nieuwe vragen van aankomende vluchtelingen te kunnen antwoorden, was en is enige organisatie nodig. Niet als voortrekker of eerstelijnsman, maar als nazitter heb ik op het tweede plan aan die organisatie en ondersteuning graag meegewerkt. Het fijne daaraan was dat iedereen ten allen tijde positief meedacht en meewerkte, zonder gezeur en onderling gebakkelei. Waar maak je dat nog mee? Proficiat!
Het persoonlijke is politiek
Een brug slaan die stevig ingeplant is, doe je niet alleen in de persoonlijke, directe omgang van mens tot mens. Het vereist ook zicht op en inzicht in de maatschappelijke context, de structuren en de mechanismen van ongelijkheid en uitsluiting.
Het is dan ook een sterkte van de OGV dat wij, dat jullie, oog hebben voor de contexten waarin vluchten een opgedrongen overlevingsstrategie is. Bovendien is dit inzicht uitgemond in acties van maatschappelijke sensibilisering en politieke beïnvloeding. De medewerking van de OGV aan het Lokaal Sociaal Beleidsplan, de armoedebarometer, de Woonzaak Herent en de gemeentelijke verkiezingsfora, zijn daar ter ende voorbeelden van.
Maar niets van dit alles is vandaag evident. Het vrijwilligerswerk en het middenveld staan onder druk, zeker als het over migratie gaat en over het onthaal en de integratie van vluchtelingen. Het gaat daarbij onder meer om kwesties als: de maat voor een toelaatbare instroom van vluchtelingen, de terugkeer of zelfs deportatie van echte en vermeende illegalen en zogeheten criminelen, de kritiek op de – al dan niet tekortschietende – eigen verantwoordelijkheid van de vluchteling versus zijn/haar rechten op opvang en integratie, de onmiskenbare discriminatie versus de openheid voor diversiteit en het lokaal leefbaar samenleven met een toenemende verkramping inzake de eigen identiteit van de autochtonen.
Tot nu toe is de OGV niet expliciet gevat of geviseerd door het vaak populistische discours over de genoemde kwesties. Maar het is voor de toekomst van de OGV – als ik over jullie toekomst een uitspraak mag doen – een heuse uitdaging om daarvoor een eigen verstandhouding – intern en extern – te bespreken en te behouden. Engagement, maar zonder naïef te zijn, en uithoudingsvermogen, zonder onszelf te overschatten, zullen broodnodig blijven.
Ik wens jullie daartoe alle moed en inspiratie in het besef dat – zoals zuster Jeanne Devos haar motto luidt – “niets onmogelijk is als we het samen doen”.
De OGV viert!
Het slaan van bruggen is boeiend, maar ook af en toe vermoeiend. Soms loopt het als een trein – zoals bijvoorbeeld met de picknick – vaak leidt het tot frustraties – zoals bij het helpen zoeken van een betaalbare woning. Gelukkig kunnen we vandaag en wellicht voor het eerst in de OGV-geschiedenis ook eens feestvieren. Mijn afscheid is daarvoor een aanleiding. Als ik dan toch een aanbeveling mag doen aan mijn opvolgers: feest af en toe met de OGV. Feesten is gedenken, is loslaten, is delen, is tanken.
Hoe ik me nu voel? Een beetje overweldigd door wat hier allemaal gebeurd en gezegd is. Dankbaar voor deze hartelijke viering en het mooie en “toepasselijke” geschenk. Dankbaar voor de jaren aangename samenwerking met jullie, sympathieke medestanders. Hoopvol voor de toekomst van de OGV!
Herman Baert

DE WORSTELAAR (gedicht uit ‘Nee-land’ van Nick Balthazar)
Ze zijn met drie
En ze kijken naar mij
Ze zitten hier,
En ze kijken naar mij.
Versta je Nederlands? vragen ze .
Spreek je Nederlands? Vragen ze.
Ik weet dat het belangrijk is.
Om hier te kunnen blijven.
Om hier te mogen blijven.
Je moet Nederlands kunnen spreken.
Het is ja of het is nee.
Ja, je mag blijven.
Of nee, je mag niet blijven
Waar kom je vandaan?
Waar is je vader?
Waar is je moeder?
Ze stellen veel vragen.
En ze proberen het in veel talen.
Ik zit alleen
En ze kijken naar mij.
Ze kunnen niet zien hoe bang ik ben.
Ze kunnen niet horen
Hoe hard mijn hart klopt.
Ze kunnen niet weten wat ik denk.
Want ze kunnen niet verstaan
Wat ik zeg.
Omdat ik zwijg.
Omdat ik geen geluid vind.
Geen geluid kan maken.
Om mee te spreken.
Spreek je Nederlands? Vragen ze
Het eerste Nederlands woord dat ik hoorde was nee
Nee, nee Overal nee
Ik weet nog dat ik dacht: ah …ja.
Daarom
Noemen ze het nee-land
Ja zeg ik.
Ik spreek al een beetje Nederlands.
Ik doe mijn best.
Ik maak nog veel fouten.
Maar ik spreek Nederlands.
Ja
Mijn stem durft eindelijk te spreken.
Mijn adem heeft geluid gevonden.
En ik glimlach.
Ik glimlach de hele tijd.
Ik glimlach zoveel mogelijk.
Want dat hebben mensen graag.
Dan hebben ze minder schrik van mij.
En dan heb ik zelf minder schrik van mezelf.
Van mijn gedachten,
Die vaak zo hard zijn.
Dat ik probeer
Pm ze niet te denken.
Goed zeggen ze.
De ene man glimlacht.
De vrouw glimlacht niet, veel mensen hier glimlachen niet.
Ik ben dat al gewend.
Heb je de tolk nog nodig? Vragen ze.
Want er is ook een man die uit mijn land komt.
Wat is een tolk? Vraag ik.
Iemand die vertaalt wat je zegt, zeggen ze.
Maar ik kan zelf vertellen , zeg ik.
Verta-len zeggen ze
Ja, ik wil het wel vertellen, zeg ik.
De man lacht.
Vertel het dan maar eens, zegt de vrouw.
Zonder te glimlachen.
Vertel ons wat je hier komt zoeken.
Wat kom je hier doen?
Werken, zeg ik. Ik ben sterk. Ik ben worstelaar.
Ik ben de sterkste worstelaar van mijn streek.
Maar ik kan ook hard werken.
Ik kan alles maken wat jullie weggooien.
Ik ben handig.
Ik ben slim.
Ik ben niet bang om te werken.
Ik ben van niets bang. En van niemand.
Ik ben sterk.
Ik zoek werk.
Maar waarom werk je dan niet in je eigen land?
Dat vraagt de vrouw, zonder te glimlachten.
Mijn land is kapot, zeg ik.
Mijn land is droog in de zomer.
Zo droog dat er niets groeit.
En als uiteindelijk de regen komt,
Dan staat alles onder water.
Ons huis, onze velden. Alles
We zijn met te veel.
We zijn met teveel die op zoek gaan
Naar te weinig.
Te weinig voedsel.
Te weinig water.
Te weinig land.
We zijn met teveel die op zoek gaan
naar een nieuw huis
naar een plek om te kunnen wonen.
Daarom is er ruzie.
Er is overal ruzie.
Er is lawaai.
Er zijn mannen met geweren.
Er zijn heel veel geweren in mijn land.
Het is er gemakkelijk om een geweer te kopen.
Geweren zijn goedkoper dan voedsel voor een hele week.
Dus koopt iedereen een geweer.
En elke dag vallen er doden.
Heb je zelf ook gevochten? Vraagt de man.
Ja, zeg ik.
En ik glimlach.
Ik heb ook gevochten.
Met mijn blote handen.
En voor de sport.
Vechten moet je doen om te spelen.
Ik vecht nooit voor echt.

